November heeft vanuit het verleden veel bijnamen die de maand kenmerken. Nevelmaand, loefmaand en smeermaand zijn mooie voorbeelden hiervan. Eén benaming springt er voor ons toch wel bovenuit; November Slachtmaand! Vroeger werd in deze maand op boerderijen veelal een varken geslacht. Voor ons slagers een uitgelezen kans om hier meer over te vertellen. De wereld van vlees is namelijk behoorlijk veranderd sinds die tijd.
Alleseter
Vroeger had de boer vaak een varkentje dat dienst deed als een soort groene container. Alle schillen en etensresten wat er voorhanden was, werd door de familieleden aan het varken gegeven. Uiteindelijk zorgde dit vetmesten voor een flink varken dat voor een goede wintervoorraad voedsel moest zorgen.
De huisslachter
Zodra de koude dagen aanbraken was het tijd voor de slacht. Dit werd dan vaak uitbesteed aan een ‘huisslachter’. Vaak een seizoenarbeider die het vak ‘slachten’ machtig was en die er zijn werk van had gemaakt om aan huis te slachten. Na het slachten werd het varken op een ladder op het erf opgehangen. Een feestelijke happening waarbij alle buren kwamen kijken of het varken wel dikker was dan dat van hunzelf.
Wintervoorraad
Het vlees van het geslachte dier moest zo snel mogelijk worden verwerkt. Er stonden reeds ketels met kokend water klaar voor het schoonmaken van het varken en er werd flink gestookt omdat het vlees onder andere gedroogd moest worden.
Het hele gebeuren van voorbereiding tot en met de verwerking nam meestal enkele dagen in beslag en resulteerde in een wintervoorraad van onder andere droge worst, hammen en gerookte spek.
Leuk weetje: De varkensblaas was een veelgebruikt bijproduct uit de huisslacht. Kinderen gebruikte deze bijvoorbeeld opgeblazen en gedroogd als voetbal.